Hoe Ramon als eerste zoon binnenkwam
“Mijn vader Bert (60) werkt al tig-jaar bij Bribus als teamleider op de expeditie”, begint Ramon (34). “Hij is dan ook verantwoordelijk voor zo’n 33 van de 41 jaar aan Radstaak-ervaring hier.”
De oudste zoon kwam ruim drie jaar geleden binnen op de afdeling supply chain. Niet via zijn vader, die de aanbrengpremie graag had willen claimen, maar gewoon omdat Bribus goed voelde. “Hier hangt een cultuur waarin iedereen elkaar helpt en je mag leren van je fouten. Dat maakte de keuze om te solliciteren voor mij heel makkelijk.”
Waarom ook de twee jongsten overstapten
Kort na Ramon volgde Robin (31), die vanuit de zorg op zoek was naar meer regelmaat. De overstap voelde logisch: “Bribus biedt ontwikkelkansen en kijkt met medewerkers mee naar wat er bij hen past. Binnen korte tijd kreeg ik dan ook de kans om door te groeien van productie naar werkvoorbereider”, licht Robin toe. “Het is prettig dat die ondersteuning intern beschikbaar is; het geeft rust en ruimte om te ontdekken wat bij je past.”
Kevin (31), de andere helft van de tweeling, kwam als laatste binnen. Ook hij hoorde thuis al jarenlang goede verhalen over het bedrijf. Toen hij merkte dat hij bij zijn vorige werkgever niet meer op zijn plek zat, besloot hij te solliciteren op de functie Commercieel medewerker: zonder het iemand te vertellen. “Zo werd ik wéér niet aangemeld voor de premie!”, grapt Bert. “Maar hij was natuurlijk van harte welkom.”
Een werksfeer waarin je kunt groeien
Ondanks dat ze met z’n vieren onder één dak werken, voelt het op de werkvloer verrassend normaal. Iedereen zit op een andere afdeling en heeft zijn eigen verantwoordelijkheden. “Overdag zijn we gewoon collega’s”, zegt Robin. “Al loop ik soms even bij Ramon binnen voor advies. Dat gaat makkelijker als het je broer is.”
Volgens de heren typeert dat precies de manier van werken bij Bribus. “Je doet je eigen werk, maar schakelt makkelijk met elkaar als het nodig is. De lijnen zijn kort en er mogen fouten gemaakt worden. Dat zorgt ervoor dat iedereen zich blijft ontwikkelen en de sfeer onderling positief blijft”, vult Ramon aan.
Wij zijn niet met opzet een Bribus-familie geworden; dat gebeurde gewoon. Het laat wel zien hoe fijn het is om hier te werken.
Bert Radstaak - Teamleider expeditie
Humor hoort erbij op de werkvloer
Tóch levert diezelfde achternaam soms ook komische situaties op. Uitnodigingen, interne berichten of planningsmailtjes belanden regelmatig bij de verkeerde Radstaak — simpelweg omdat de voorletters én achternaam bijna identiek zijn. “Ja, daar hadden je moeder en ik niet zo goed over nagedacht bij jullie geboorte”, lacht Bert richting zijn zonen Ramon en Robin.
Collega’s kunnen het ook niet laten om er af en toe een grap over te maken. Toen Kevin begon, merkte iemand op dat men “moest oppassen voor een Radstaak-coup”. “Je zag het ook bij het maken van de foto voor dit interview”, vult Kevin aan. “De opmerking dat er alvast nieuwe overnamefoto’s worden gemaakt laat wel zien hoe luchtig de omgang hier is."
Ruimte om je werk op je eigen manier te doen
Die luchtige humor sluit volgens Kevin perfect aan op de vrijheid die je bij Bribus op de werkvloer krijgt. “Je wordt niet op je vingers gekeken en hebt de vrijheid om je werk op je eigen manier te doen. Zo zet je automatisch een stapje harder”, benadrukt hij. “En een geintje tussendoor maakt het alleen maar leuker. Met mijn leidinggevende gaat 75% van een gesprek soms over voetbal. Dat toont hoe gemoedelijk het hier is.”
Werkborrels zijn de favoriet
Ook buiten werktijd vinden ze elkaar regelmatig terug. De bedrijfsuitjes, borrels en feestavonden staan hoog op de lijst van favoriete momenten. “We gaan meestal samen heen en samen terug”, vertelt Bert. “Vaak met de taxi, en dan voelt het bijna als een familiefeestje binnen een bedrijfsfeestje.” De grap wordt dan ook regelmatig gemaakt: collega’s vragen gekscherend of ze óók mogen komen op dat familiefeestje.